Vanaf woensdag 4 december

Het Suermondt-Ludwig-Museum krijgt twaalf belangrijke werken uit de collectie van het schenkersechtpaar Hanns von der Ohe en Renate Luck van de König-Baudouin-Stiftung in permanente bruikleen. Met de schilderijen uit de 19e eeuw worden belangrijke vertegenwoordigers van de Nederlandse en Belgische landschaps- en genreschilderkunst aan de collectie toegevoegd en wordt de presentatie van de Düsseldorfse School in het SLM uitgebreid.
De tentoongestelde werken werpen een licht op de nauwe culturele banden tussen Duitsland, België en Nederland.
"Het spreekt voor de kunst", benadrukt hoofd culturele zaken Heinrich Brötz, "dat ze tweehonderd jaar na haar ontstaan nog steeds samenwerking en vriendschap kan creëren. Het feit dat de Koning Boudewijnstichting het eerste buitenlandse museum is dat het Suermondt-Ludwig Museum zulke hoogwaardige permanente bruiklenen geeft, is een sterk gebaar van Europese solidariteit, waar de stad Aken zich zeer door vereerd voelt."

"Het is voor ons een groot genoegen om deze werken in Aken te hebben," bevestigt Melanie Coisne, hoofd van het programma Erfgoed en Cultuur bij de Koning Boudewijnstichting. "In een museum dat zo levendig de culturele banden tussen onze buurlanden uitdrukt. Met deze permanente bruikleen willen we niet alleen het artistieke erfgoed bewaren, maar ook nieuwe dialogen tussen kunst en publiek mogelijk maken. We hopen dat deze werken veel mensen zullen inspireren en hen tegelijkertijd zullen uitnodigen om Belgische kunst- en cultuurplekken te ontdekken."
De collectie van Hanns von der Ohe en Renate Luck omvat uitstekende werken van Nederlandse en Belgische kunstenaars en vertegenwoordigt de belangrijke landschaps- en genreschilderkunst van hun tijd. Ze werd onlangs geschonken aan de Koning Boudewijnstichting om deze cultuurgoederen te bewaren voor toekomstige generaties en ze toegankelijk te maken voor het grote publiek. In de speciaal ontworpen zaal op de eerste verdieping wordt de nieuwe collectie tentoongesteld als een ensemble dat de ontwikkeling van de landschapsschilderkunst in Noord- en Centraal-Europa illustreert en de nabijheid van de kunstscène in de buurlanden benadrukt. De presentatie richt zich op romantische en realistische tendensen die de veranderende relatie tot de natuur en de maatschappij weerspiegelen. Het werk van Wilhelm Lommen borduurt voort op de Düsseldorfse School, die wordt gekenmerkt door Johann Wilhelm Schirmer en de gebroeders Achenbach. Door de integratie van kunstenaars als Theophile de Bock en Paul J.C. Gabriel, centrale figuren van de Haagse School, kan het museum voor het eerst belangrijke vertegenwoordigers van deze stroming laten zien. De Haagse School, geïnspireerd door de School van Barbizon, gaf nieuwe impulsen die essentieel waren voor de ontwikkeling van het Post-Impressionisme en het Modernisme.
Daarnaast voegen Belgische kunstenaars zoals Isidore Verheyden, François Antoine Bossuet en Jean-Baptiste de Jonghe nieuwe perspectieven toe aan de collectie. Zij beelden landelijke idylles en het boerenleven uit, die geromantiseerd werden en een ontsnapping boden aan de verstedelijking en industrialisatie. Deze kunstenaars, die dicht bij de traditionele Brusselse kunstacademie stonden, stonden in contact met de toonaangevende schilders van andere Europese kunstcentra en zetten nieuwe accenten op het gebied van realistische landschaps- en genreschilderkunst.
De grensoverschrijdende presentatie wordt afgerond met nieuwe werken van vertegenwoordigers van de School van München, waaronder Walther Firle en zijn leraar Alois Gabl.

De nieuwe permanente bruiklenen illustreren het belang van de uitwisseling tussen de buurlanden. Het museum biedt zo een historisch perspectief en een culturele band die zowel bezoekers uit België als uit Nederland aanspreekt. Het is de allereerste keer dat de Koning Boudewijnstichting zoveel kunstwerken - twaalf in totaal - in langdurige bruikleen geeft aan een buitenlands museum. "Het is onze plicht om de culturele banden te versterken tussen drie landen die belangrijke drijvende krachten waren achter het modernisme in de 19e eeuw," zegt directeur Till-Holger Borchert. "Deze samenwerking verrijkt onze collectie en intensiveert de culturele ervaring van ons publiek."

Engagement voor het behoud van cultureel erfgoed
De Koning Boudewijnstichting staat al meer dan 35 jaar in de voorhoede van het behoud van het artistieke en culturele erfgoed van België. Dankzij de vrijgevigheid van mecenassen en filantropische fondsen heeft de Stichting een collectie van meer dan 27.000 kunstwerken en 27 archieven verzameld, die zijn toevertrouwd aan bijna 100 musea en instellingen. Het is haar missie om deze schatten te bewaren voor toekomstige generaties en ze toegankelijk te maken voor het publiek.