Deadwood
De term "dood hout" dekt een grote verscheidenheid aan structuren: afhankelijk van de boomsoort, of het nu staand of liggend is, pas dood of al vergaan, dik of dun, al dan niet blootgesteld aan zonlicht, worden er op het individuele stuk dood hout de meest uiteenlopende microhabitats en niches gecreëerd.
Ontelbare wezens hebben zich aangepast aan het leven in en op dood hout of hebben het gebruikt als onderdeel van hun habitat. Dood hout is daarom een van de ecologisch belangrijkste structurele elementen van onze bossen. In Centraal-Europa leven bijvoorbeeld ongeveer 1.350 soorten kevers die in dood hout leven en dit afbreken en ongeveer 1.500 soorten grote schimmels leven in en op dood hout. Amfibieën (kamsalamander, vuursalamander) gebruiken de vochtige, beschimmelde omgeving van omgevallen bomen overdag als schuilplaats en overwinteringsplaats. De wilde kat brengt zijn jongen groot in de beschutte binnenruimte van holle boomstammen.
De gemeentelijke dienst voor bosbeheer ondersteunt al lange tijd de vorming van staand en liggend dood hout in het bos, wat positief werd opgemerkt tijdens onze FSC-audit. Het komt ook voor dat niet elk houtblok in het bos wordt verkocht als brandhout en het bos maakt een nogal rommelige indruk. Dit is geen geval van nalatigheid van de boswachter, maar van bewust onderhoud van het bos. Het bos heeft zijn eigen regels!