Waterbeschermingsgebieden

Om waterlichamen en grondwater te beschermen tegen nadelige gevolgen in het belang van de openbare watervoorziening, kunnen de verantwoordelijke waterbeheerders waterbeschermingsgebieden (WSG) instellen (artikel 51 WHG). In Aken zijn de waterbeschermingsgebieden ingesteld door het districtsbestuur als verantwoordelijke hogere waterautoriteit. Voor elk waterbeschermingsgebied is er een afzonderlijke verordening voor waterbeschermingsgebieden (WSG-VO). De beschermde gebieden zijn onderverdeeld in beschermingszones I, II en III, waarin getrapte beschermingsmaatregelen gelden.
Het aanwijzen van een waterbeschermingsgebied kan een aanzienlijke inbreuk vormen op particuliere rechten.
Afhankelijk van het beschermde gebied gelden verboden of beperkingen voor handelingen die het grondwater/drinkwater in gevaar kunnen brengen. Voor sommige maatregelen/handelingen is een aparte waterwetvergunning nodig (zie hieronder). Eigenaren of gemachtigde gebruikers van land kunnen worden verplicht om bepaalde maatregelen te tolereren (bijv. water- of bodemmonitoring).
Het waterbeschermingsgebied omvat over het algemeen het stroomgebied van de betreffende waterwinningsfaciliteiten. Hoe dichter je bij de winningsput komt, hoe groter het risico op verontreiniging van het drinkwater. Daarom worden de waterbeschermingsgebieden van binnen naar buiten in 3 zones verdeeld:
Zone I | omvat het directe verzorgingsgebied van de put, d.w.z. het gebied waarin het grondwater wordt onttrokken. Daar zijn alle handelingen verboden, die niet ten dienste staan van de goede werking, het onderhoud en de instandhouding van het waterleidingbedrijf en zijn waterwinningsinstallaties of de officiële controle van de watervoorziening en de uitoefening van het watertoezicht. |
Zone II | (smallere beschermingszone) grenst aan het stroomgebied en wordt gedefinieerd door middel van een zogenaamde 50-dagenlijn. Vanaf deze grens heeft het grondwater 50 dagen nodig om het waterwingebied te bereiken. Beschermingsgebied II is bedoeld om bescherming te bieden tegen verontreiniging door micro-organismen die ziekten kunnen veroorzaken (bijv. bacteriën, virussen, enz.) en tegen schadelijke effecten veroorzaakt door menselijke activiteiten. |
Zone III | (verdere beschermingszone) grenst aan zone II en vertegenwoordigt het stroomgebied. In dit gebied wordt het grondwater nieuw gevormd, dat wordt opgepompt in het opvangsysteem. Zone III is bedoeld om bescherming te bieden tegen vergaande aantastingen. Hieronder vallen chemische en radioactieve verontreinigingen die helemaal niet of moeilijk afbreekbaar zijn. |
Naast de waterbeschermingsgebiedenverordeningen zijn er nog andere verordeningen die betrekking hebben op de speciale bescherming van grondwater in waterbeschermingsgebieden of die hogere eisen stellen aan maatregelen in waterbeschermingsgebieden. ATV Praktijkrichtlijn A 142 - Riolen en afvalwaterleidingen in waterwingebieden - moet hier in het bijzonder worden genoemd.
Voor de speciale verbods- en toelatingsregels verwijzen we je naar de betreffende beschermde gebieden.