De Joodse religie is gebaseerd op religieuze tradities. Deze tradities zijn onderverdeeld in schriftelijke (Torah) en mondelinge leerstellingen (Misjna, Talmoed, enz.). Hoewel het jodendom met ongeveer 13,5 miljoen volgelingen geen grote religieuze gemeenschap is, is het over de hele wereld verspreid. Aken heeft een van de oudste joodse gemeenschappen van Duitsland. Er zijn betrouwbare bewijzen van Joodse nederzettingen die teruggaan tot de tijd van Karel de Grote. Karel de Grote stuurde bijvoorbeeld een Joodse tolk uit Aken op een politieke missie naar kalief Harun-al-Rashid in Bagdad.
De geschreven doctrine
Volgens de Joodse religieuze traditie ontving Mozes de hele Tora van God op de Sinaï. Deze bestaat uit de schriftelijke en mondelinge leer. De geschreven Tora (ook bekend als de "5 boeken van Mozes") beschrijft het verbond dat God sloot met de mensheid en in het bijzonder met het Joodse volk. Volgens de Joodse leer bevat dit verbond 613 geboden (mitsvot, waarvan de Tien Geboden een onderdeel zijn). Deze mitzvot bepalen het hele leven van een vrome Jood.
Het mondelinge onderwijs
Volgens het Joodse geloof ontving Mozes niet alleen de Tien Geboden bij Sinaï, maar ook de mondelinge leer. Deze leer werd eeuwenlang mondeling doorgegeven door geleerden en werd voor het eerst vastgelegd door rabbijnen in de Misjna rond 220 na Christus. Deze Misjna vormt de basis van de Talmoed, waarin discussies over de Misjna door rabbijnen uit verschillende eeuwen zijn vastgelegd. Dit deel wordt in de Talmoed Gemara genoemd. Naast de Talmoed (die bestaat uit Misjna en Gemara) worden ook alle andere latere werken van rabbijnen tot de mondelinge leer gerekend.
Het Joodse jaar
Gebaseerd op de Thora worden de jaren in het Jodendom geteld op basis van de schepping van de wereld. De Joodse kalender is gebaseerd op de maan bij het tellen van de maanden (maankalender).
De vakantie
Het Joodse jaar begint met Rosj HaSjana (Nieuwjaarsdag), dat wordt gevolgd door Jom Kippoer (Verzoendag). Vier dagen na Jom Kippoer vieren de Joden Soekkot (Loofhuttenfeest) en vervolgens Pesach (Pesach, Exodus) in de lente, het feest van de Uittocht uit Egypte, dat na zeven weken wordt gevolgd door Sjavoeot (Weken). Deze feestdagen zijn allemaal gebaseerd op de Torah. Er zijn ook feestdagen zoals Purim (het werpen van loten, het feest dat de redding van het Joodse volk in de diaspora herdenkt) en Chanoeka (inwijding).
Joods leven
Op de achtste dag na de geboorte van een jongen wordt hij besneden en deze Brit Mila (verbond van besnijdenis) wordt plechtig voltrokken. Meisjes krijgen in plaats daarvan een naamgevingsceremonie in de synagoge.
Jongens vieren hun Bar mitswa op hun 13e verjaardag en meisjes vieren hun Bat mitswa - hun religieuze volwassenwording - op hun 12e verjaardag. Vanaf dit moment zijn ze verplicht om alle mitsvot bij te wonen waarmee ze tot dan toe kennis hebben gemaakt.
Een Joodse bruiloft bestaat voornamelijk uit de ketubah (huwelijkscontract) en de ceremonie die plaatsvindt bij de overdracht. De bruid en bruidegom ontmoeten elkaar onder de chuppah (baldakijn) en onder begeleiding van zeven brachot (zegeningen) overhandigt de bruidegom de bruid de ketubah en een gouden trouwring. Dan wordt er een glas gebroken ter herinnering aan de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem en begint de ceremonie. De scheiding van een huwelijk eindigt met de dood van een van de partners of door middel van een zogenaamde scheidingsbrief van de echtgenoot, die hij zelf overhandigt of door een afgezant laat overhandigen.
Wanneer een Jood overlijdt, ontfermt de Chewra Kadischa (begrafenis broederschap) zich over de overledene en organiseert zo snel mogelijk een begrafenis, bij voorkeur op dezelfde dag. Daarna volgt een rouwperiode van 30 dagen, waarin de nabestaanden langzaam afscheid kunnen nemen van de overledene. Deze rouwperiode is verdeeld in een deel van zeven dagen, de zogenaamde zitdagen, en een daaropvolgende rouwperiode van 21 dagen. Tijdens deze dagen brengen de naaste familieleden (man/vrouw, ouders, kinderen, broers en zussen) tijd thuis door ter nagedachtenis aan de overledene. Vergezeld door bezoek van vrienden, kennissen en meer afgelegen familieleden. Na het overlijden van de ouders wordt de rouwperiode verlengd tot de eerste verjaardag van het overlijden.